Zaterdag 21 januari treden Merel Vercammen en Dina Ivanova op. Naast werken van Brahms en Ravel is het programma een eerbetoon aan Lili en Nadia Boulanger. Twee pioniers in de Franse muziekwereld.
Lili was de eerste vrouwelijke componiste ooit die de prestigieuze Franse kunstprijs “Prix de Rome” ontving. Nadia was een van de eerste vrouwelijke dirigenten, en ze had een onuitwisbare invloed op de muziek van de 20e eeuw als compositiedocent. Ze gaf les aan veel van de grootste musici van de 20e eeuw, waaronder Aaron Copland, Elliott Carter, Quincy Jones (vooral bekend als de producer van Michael Jackson’s album Thriller), Philip Glass en Astor Piazzolla.
Merel Vercammen en Dina Ivanova zijn net zo’n getalenteerde vrouwen als de gezusters Boulanger.
Violiste Merel Vercammen heeft ondanks haar jeugdige leeftijd (1988) al een indrukwekkende staat van dienst. De prijzenkast van de jonge Russische pianiste Dina Ivanova (1994) is goed gevuld. Ze begon al vroeg met spelen, onder leiding van haar moeder.
Een concert waar vier getalenteerde vrouwen ‘samen’ komen, daar wil je toch bij zijn? Er zijn nog kaarten voor dit concert op zaterdag 21 januari.
Programma
Lili Boulanger (1893-1918)
Nocturne – Assez lent (1911)
Cortège – Pas vite (1914)
Graźyna Bacewicz (1909-1969)
Sonate nr.3 voor viool en piano (1947)
1. Allegro moderato
2. Adagio
3. Scherzo. Vivo
4. Finale. Andante
Lili Boulanger
D’un matin de printemps – Assez animé
PAUZE
Maurice Ravel (1875-1937)
Ondine
Johannes Brahms (1833-1897)
Sonate voor viool en piano nr. 2 in A op. 100
1. Allegro amabile
2. Andante tranquillo. Vivace (alternativo)
3. Allegretto grazioso (quasi Andante)
Lili Boulanger
Nocturne
Cortège
D’un matin de printemps
De suffragettes gooien ruiten in en steken huizen in brand, maar een Frans meisje heeft een betere overwinning behaald’, schreef de Franse pers, toen Lili Boulanger in 1913 als eerste vrouwelijke componist de Prix de Rome toegekend kreeg, voor haar cantate Faust et Hélène.
Lili Boulanger, die als componiste zeker zoveel voor het Franse muziekleven heeft betekend – en als ze niet zo jong overleden was, nog meer had kunnen betekenen – als haar oudere zus Nadia (1897-1979) in haar rol als muziekpedagoge, was de dochter van de componist Ernest Boulanger en een Russische prinses. Ernest had ooit ook de Prix de Rome gekregen, en hij onderhield vriendschappelijke contacten met de bekendste componisten van Frankrijk van die tijd. Lili kreeg toen ze twee jaar oud was een longontsteking, die haar immuunsysteem aantastte en er toe leidde dat ze voortdurend te tobben had met haar gezondheid, tot ze in het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog overleed.
Ze had wel al een indrukwekkend oeuvre op haar naam staan, met piano- en orgelwerken, symfonische muziek en vocale werken. Daartussen zitten twee fraaie stukjes voor viool en piano, de wat gedragen nocturne, met een mooi gebruik van de demper vlak voor het slot, en de levendige cortège, een vrolijke optocht.
D’un matin de printemps
Dit werk van Lili Boulanger dateert van 1918, haar laatste lente. Oorspronkelijk is dit korte, levendige werk voor een vrij omvangrijk orkest geschreven, maar de bewerkingen voor fluit c.q. viool en piano zijn zeker effectief.
Graźyna Bacewicz
Sonate nr.3 voor viool en piano
Dat de muziek van Graźyna Bacewicz ons maar zelden bereikt heeft vooral te maken met de politieke situatie in de tijd waarin zij haar beste werken schreef: de periode tussen de Tweede Wereldoorlog en haar overlijden in 1969. Polen, haar vaderland, hoorde bij het Oostblok, en de artistieke prestaties die daar geleverd werden deed het Westen maar al te vaak af als propaganda voor een verfoeilijk politiek systeem. Dát hoefden we hier niet te horen! Dat dat voor een groot deel ten onrechte was blijkt wel uit de waardering die tegenwoordig de werken van Sjostakovitsj en Weinberg ten deel valt.
Leerling van Nadia Boulanger
Bacewicz had een brede muzikale scholing genoten. Ze had viool gestudeerd bij onder andere Carl Flesch, compositie bij Nadia Boulanger, en de pianist en diplomaat Paderewski behoorde tot haar kennissenkring. In de jaren dertig trad ze veel op als vioolsolist en gedurende een aantal jaren was ze concertmeester van het Pools Radio Symfonieorkest. Ook componeerde ze orkestrale muziek en soloconcerten, maar haar hart lag bij de kamermuziek. Toen ze ten gevolge van een auto-ongeluk in 1954 niet meer kon optreden legde ze zich helemaal op het componeren toe. Haar muzikale taal is beïnvloed door de laatromantische componist Karol Szymanovski, maar evenzeer door de Franse componisten van haar tijd. Na de Tweede Wereldoorlog liet ze zich ook inspireren door wat ‘hardere’ componisten als Bartók, Stravinski en Prokofiev. Dat betekent niet dat ze klakkeloos haar voorbeelden navolgde, integendeel. Ze ontwikkelde een eigen geluid, helder, vormvast en steeds weer verrassend.
Bekend in eigen land
In haar eigen land werden haar talenten zeker onderkend, maar zoals gezegd, de rest van de wereld bleef verstoken van haar muziek. Daar komt vanavond verandering in: u gaat de derde van haar vijf vioolsonates horen.
Johannes Brahms
Sonate voor viool en piano nr. 2 in A op. 100
Brahms’ tweede vioolsonate werd gecomponeerd in de zomer van 1886, toen hij in het Zwitserse Hofstetten op vakantie was. Het werk maakt deel uit van een groepje composities voor piano, viool en cello. Ook de tweede cellosonate op. 99 en het derde pianotrio op. 101 zijn daar ontstaan. Zijn stijl is in die werken wat compacter dan in hij gewoon was, maar zonder dat het ten koste gaat van het lyrische karakter. Het ontspannen karakter werd meteen herkend: Brahms’ goede vriendin Elisabeth von Herzogenberg omschreef deze sonate als ‘op de meest eenvoudige manier samengesteld uit ogenblikkelijk aansprekende ideeën, fris en jeugdig wat betreft de emotionele eigenschappen, gerijpt en wijs wat betreft de verbazingwekkende beknoptheid’.
Meistersinger-sonate
Bijna geen van zijn kamermuziekwerken is met zoveel liederen in verband gebracht. Sommigen noemen het de Meistersinger-sonate, vanwege het feit dat de melodie waarmee het werk opent doet denken aan Walthers Preislied uit de opera Die Meistersinger von Nürnberg van Wagner – een vergelijking die Brahms zal hebben doen gniffelen, omdat hij werkelijk niets had met deze componist.
Anderen wezen op de verwantschap van het tweede thema in het eerste deel met een lied van Brahms zelf, Wie Melodien zieht er mir, op. 105 nr. 1. Ook meenden critici nog weer andere liederen van Brahms verspreid door het stuk te kunnen herkennen, Komm bald, op. 97 nr. 6, en twee andere liederen uit op. 105, Immer leiser wird mein Schlummer en Auf dem Kirchhofe. Wat daar van zij, het bewijst wel dat deze sonate boordevol prachtige zingbare melodieën zit. Dat houdt ook verband met de tempoaanduidingen.
Het wordt nergens – behalve in het tweede deel – zo snel dat het niet meer zingbaar zou zijn. Dat tweede deel is trouwens sowieso opmerkelijk. Brahms vermengt hier een langzaam deel met een scherzo, door tot drie maal toe een kort Andante in een tweedelige maatsoort af te wisselen met een Vivace in een driedelige. Werkelijk een vondst!
Technisch ingewikkeld
Ook in de finale overheerst de lyriek. Dat neemt niet weg dat Brahms technisch wel het nodige vraagt van de uitvoerenden om hier echt een sonate ‘auf Flügeln des Gesanges’ van te maken.
Merel Vercammen
Violiste Merel Vercammen (Nijmegen, 1988) studeerde cum laude af aan het Royal College of Music in Londen. Ze was prijswinnares van de London Grand Prize Virtuoso Competition, het Nationaal Concours van de Stichting Jong Muziektalent Nederland en het Prinses Christina Concours. Merel trad op over de hele wereld en speelde in concertzalen als het Concertgebouw in Amsterdam, de Elbphilharmonie in Hamburg en de Wigmore Hall in Londen.
Vioolles vanaf haar 5e jaar!
Merel kreeg haar eerste vioollessen toen ze vijf jaar was en studeerde vanaf haar vijftiende aan het Utrechts Conservatorium bij Eeva Koskinen. Aan het Royal College of Music behaalde ze zowel haar Bachelor of Music als Master of Performance diploma bij Jan Repko. Daarna volgde ze lessen bij Ilya Grubert aan de Fondazione Musicale Santa Cecilia in Portogruaro, Italië. Verder volgde ze masterclasses bij Josef Rissin, Lewis Kaplan, Daniel Hope, Alina Ibragimova en Zakhar Bron.
Als soliste trad Merel onder meer op in de vioolconcerten van Beethoven, Brahms en Otto Ketting, waarbij de componist zelf dirigeerde. In 2017 bracht ze een vioolconcert van Mathilde Wantenaar in première dat in haar opdracht werd gecomponeerd. Daarnaast ontwikkelde ze een interactieve voorstelling over muziek en het brein (Het nieuwe Mozart effect) en houdt ze zich bezig met improvisatie.
Dina Ivanova
Pianiste Dina Ivanova (Rjazan, Rusland, 1994) won prijzen op diverse concoursen, waaronder een tweede prijs op het Liszt Concours in Weimar, een tweede prijs op het Ricardo Viñes Concours in Spanje, een Honorary Mention Award op het Paderewski Concours in Polen, en de Artist Recognition Award op het International Keyboard Festival in New York. In 2017 won Dina de publieksprijs en de derde juryprijs tijdens het Liszt Concours in Utrecht.
Dina begon op vierjarige leeftijd met pianolessen bij haar moeder. Ze studeerde aan de Centrale Muziekschool in Moskou en het Tsjaikovski Conservatorium in Moskou bij Alexander Mndoyants. Sinds september 2018 studeert zij bij Grigory Gruzman aan de Hochschule für Musik Franz Liszt in Weimar. Dina volgde masterclasses bij Dmitri Bashkirov, Leslie Howard, Jerome Rose, Leon Fleisher, Awadagin Pratt en Pavel Gililov.
Dina als solist
Ze soleerde onder meer bij de Thüringer Philharmonie en het Israel Symphony Orchestra. Als onderdeel van het Career Development Programme dat door het Liszt Pianoconcours in Utrecht wordt aangeboden, geeft Dina een uitgebreide concerttournee als solist, met concerten bij het Korean Symphony Orchestra in Seoul en het KwaZulu-Natal Philharmonic Orchestra in Durban, Zuid-Afrika, en recitals in Zuid-Amerika, de Verenigde Staten, Rusland, Zuid-Afrika en Europa. Ook nam Dina werk op van de componist Sergej Ljapoenov voor het meerjarige cd-project Anthology of Russian Music.