Een avond voor de muzikale fijnproever! Heleen Hulst (viool), Timora Rosler (cello), Gerard Bouwhuis (piano) en Lars Wouters van den Oudenweijer (klarinet) hebben allen hun sporen in de klassieke muziek ruimschoots verdiend op nationale en internationale podia, als solist, bij ensembles en gerenommeerde orkesten. Hun virtuositeit smelt samen in de muziek van Dahl, Sjostakovitsj en Messiaen. Bekijk het programma.
Lars onderscheidt zich door zijn buitengewoon expressieve muzikaliteit; hij weet muziek nieuw leven in te blazen.
Eén van de aangrijpendste stukken van de kamermuziek van de twintigste eeuw
Quatuor pour la fin du temps is een van de belangrijkste werken die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn geschreven. Olivier Messiaens Quatuor pour la fin du temps, een indrukwekkende spirituele ode aan de veerkracht van de mens, werd geschreven in het werkkamp Stalag VIII-A in Polen. Daar ging het ook in première: een publiek van vijfduizend Franse krijgsgevangenen luisterde in de ijzige kou ademloos naar het achtdelige werk voor klarinet, piano, viool en cello. Zaterdag 20 april mogen wij luisteren naar dit indrukwekkende stuk. Reserveer.
Programma
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)
Pianotrio nr.1 opus 8 (1923)
Andante – Allegro
Ingolf Dahl (1912-1970)
Concerto a tre voor klarinet, viool en cello (1946/47)
PAUZE
Olivier Messiaen (1908-1991)
Quatuor pour la fin du temps (1940/41)
1. Liturgie de cristal
2. Vocalise, pour l’ange qui annonce la fin du temps
3. Abîme des oiseaux
4. Intermède
5. Louange à l’éternité de Jésus
6. Danse de la fureur, pour les sept trompettes
7. Fouillis d’arcs-en-ciel, pour l’ange qui annonce la fin du temps
8. Louange à l’Immortalité de Jésus
Lees bijzondere details over deze componisten en hun composities.
Dmitri Sjostakovitsj
Pianotrio nr.1 opus 8 (1923)
Het pianotrio is in de Russische muziekgeschiedenis bepaald geen genre dat zich in grote populariteit kon verheugen. Terwijl in ‘het Westen’ elke zichzelf respecterende 19e-eeuwse componist wel een aantal trio’s had geschreven, was zelfs Tsjaikovski er met grote moeite en op uitdrukkelijk verzoek van zijn mecenas mw. Nadezjda von Meck toe te bewegen er één uit zijn pen te doen vloeien. Hij vond eigenlijk de klank van een piano met twee strijkers onverenigbaar. Sjostakovitsj moet dit geweten hebben. Dus wat doet die eigenwijze puber? Als conservatoriumstudent schrijft hij een pianotrio. Een kort pianotrio weliswaar, niet met de kolossale afmetingen van het trio van Tsjaikovski (ruim 47 minuten!), maar het was er één.
Opgedragen aan zijn eerste liefde
Het seizoen 1922-1923 was voor de jonge componist een emotionele achtbaan. In februari 1922 overleed zijn vader, Dmitri zelf moest zijn piano-examens halen om voor zijn moeder de kost te kunnen verdienen, zelf kreeg hij, verzwakt door de inspanningen die dat met zich bracht, tuberculose en moest daarvoor naar de Krim, en daar beleefde hij zijn eerste liefde, voor Tanya Glivenko. Het is nooit wat geworden tussen die twee – de afstand tussen hun beider woonplaatsen Petersburg en Moskou was toch te groot – maar het trio op. 8 werd wel aan haar opgedragen. Hoewel het tijdens zijn leven weinig werd uitgevoerd en zijn tweede trio op. 67 uit 1944 meer emotionele impact heeft, heeft het toch al alles in zich wat voor de componist kenmerkend zou blijven.
Ingolf Dahl
Concerto a tre voor klarinet, viool en cello
Walter Ingolf Marcus was de zoon van een Duitse vader van Joodse komaf en een Zweedse moeder. De komst van de nazi’s bracht hem ertoe Duitsland te verlaten en zijn studie, die hij was gestart in zijn geboorteplaats Hamburg, en had voortgezet in Keulen, af te ronden in het Zwitserse Zürich. Toen ook daar het antisemitisme dreigender vormen begon aan te nemen besloot hij in navolging van andere kunstenaars naar Amerika te verhuizen. Daar liet hij zich Ingolf Dahl noemen, met gebruikmaking van de achternaam van zijn moeder.
Muzikale omnivoor
Hij verdiende zijn brood – dat steeds beter belegd werd – met componeren en arrangeren, maar ook met het uitvoeren van muziek als pianist en dirigent, en het schrijven van muziekkritieken. Ook gaf hij compositie- en directieles in Los Angeles. Een van zijn leerlingen was de beroemde dirigent Michael Tilson Thomas. Muzikaal gezien was hij een soort omnivoor. Hij bewoog zich met hetzelfde gemak niet alleen in het klassieke circuit maar had ook contact met jazzmusici als de klarinettist Benny Goodman en schreef ook filmmuziek. Zijn stijl wordt niet ten onrechte gekarakteriseerd als verwant aan die van Igor Stravinski en Paul Hindemith.
Het eendelige Trio – Concerto genoemd – uit 1946 laat dat duidelijk horen. Het klinkt levendig en onderkoeld, maar zeker niet zonder gevoel. Het werd in première gebracht door onder meer Benny Goodman.
Olivier Messiaen
Quatuor pour la fin du temps
‘En de engel die ik op de zee en op de aarde zag staan, hief zijn hand op naar de hemel, en hij zwoer bij Hem Die leeft in alle eeuwigheid, Die de hemel heeft geschapen met wat daarin is, de aarde met wat daarop is en de zee met wat daarin is, dat er geen tijd meer zou zijn.’ (Openbaring 10:5-6, Herziene Statenvertaling)
Componist én krijgsgevangene
Toen Messiaen in 1940/41 zich in Duitse krijgsgevangenschap bevond trof hij in het kamp Görlitz – bij de huidige Duits-Poolse grens – zijn officier, de cellist Etienne Pasquier. Er bleek ook nog een klarinettist en een violist te zijn, beide met instrument. Messiaen, die destijds al voldoende bekendheid genoot als componist om bij de Duitsers iets voor elkaar te krijgen, kreeg een hoekje in de kapel van het kamp om te kunnen componeren. Hij schreef eerst een stuk voor de klarinettistsolo, nr. 3 in het Quator, Toen er een piano en een cello geregeld waren kwam er een stuk voor pianotrio, nr. 4, en tenslotte schreef hij ook de andere delen.
Vrijbrief voor vrijlating
Als zeer religieus en katholiek mens nam hij als motto de tekst uit Openbaring 10:1-7: De tijd zal ophouden te bestaan. Het gaat hier over het begrip ‘tijd’ in tegenstelling tot ‘eeuwigheid’, het Griekse begrip ‘chronos’, de tijd van de klok, niet over de ‘kairos’, het juiste tijdstip (zoals de NBV21 lijkt te suggereren met de vertaling: ‘Het is de hoogste tijd’). Daarom zijn veel delen zo langzaam: ze verwijzen naar het tijdloze van de eeuwigheid. De première van het hele Quator vond plaats op 15 januari 1941, door musici gekleed in verstelde uniformen en op klompen. Voor Messiaen, die zich graag netjes kleedde, was dat vreselijk. Ook heeft Messiaen altijd volgehouden dat de eerste uitvoering vanwege de belabberde omstandigheden plaatsvond met een cello waaraan een snaar ontbrak. In een interview uit 1995 heeft Etienne Pasquier dit echter ten stelligste ontkend. Het zou niet mogelijk geweest zin de door Messiaen geschreven partij uit te voeren op een cello met drie snaren. Hoe dan ook, de indruk die het stuk maakte op een aantal officieren was zo groot, dat de musici kort daarop terug mochten naar Frankrijk.
Acht bijzondere delen
De acht delen van het Quator zou je als volgt kunnen karakteriseren:
1. De kristallen liturgie: Tussen drie en vier uur ’s morgens ontwaken de vogels. Een nachtegaal improviseert in een lichtkring van trillers. Het verklankt het harmonische zwijgen in de hemel, voorafgaand aan het oordeel.
2. De vocalise voor de engel die het einde van de tijd verkondigt: Hier wordt deels de macht van de engel die de afkondiging doet verklankt, maar ook hier is weer de hemelse harmonie te horen in het middelste gedeelte, waarin ook aan het gregoriaans gerefereerd wordt.
3. De afgrond van de vogels: Een stuk voor klarinet solo. De afgrond, dat is de tijd, die ons steeds weer opslokt. De vogels daarentegen symboliseren het verlangen naar het licht, naar de sterren en de regenboog.
4. Tussenspel: een levendig en meer extravert deeltje, heel kort, maar met herinneringen aan eerder motieven.
5. De lofprijzing van de eeuwigheid van Jezus: door een majestueuze melodie van de cello wordt Jezus – het eeuwige Woord – geprezen. ‘Het Woord was bij God en het Woord was God!’
6. De dans van de toorn voor de zeven bazuinen: ritmisch het meest markante stuk in de reeks. De vier instrumenten spelen unisono. Waar de eerste zes bazuinen steeds rampen aankondigden, leidt de zevende de openbaring van het geheim van Gods eeuwigheid in.
7. De werveling van regenbogen voor de engel die het eind van de tijd verkondigt: een bovenaards ineenvloeien van alle mogelijke kleuren.
8. De lofprijzing van de onsterfelijkheid van Jezus: In dit deel speelt de viool de solo-rol, zoals de cello dat deed in deel 5. Daar werd ether vooral Zijn godheid onder de aandacht gebracht, hier zijn mensheid, het vleesgeworden Woord, een mensheid die door de opstanding uit de doden met Pasen onsterfelijk geworden is en ieder die gelooft in de Zoon van God het eeuwige leven brengt.
Lars Wouters van den Oudenweijer
Lars Wouters van den Oudenweijer studeerde bij Walter Boeykens aan het Rotterdams Conservatorium en vervolgde zijn studie bij Charles Neidich aan The Juilliard School te New York. Hij behaalde eerste prijzen bij diverse internationale concoursen. In 1999 debuteerde Lars succesvol in het Concertgebouw te Amsterdam in de serie ‘Jonge Nederlanders’ en verzorgde in de ‘Rising Stars’ Concertserie solo optredens in New York en op de grote Europese concertpodia. Hij wordt gezien als een internationaal veelzijdige klarinettist. Als solist speelde hij met diverse orkesten in binnen- en buitenland zoals, Rotterdams Philharmonisch Orkest, Radio Kamer Filharmonie, Amsterdam Sinfonietta. Hij speelde regelmatig kamermuziek met strijkkwartetten en ensembles zoals Ebène, Danèl, Auryn en Altenberg Trio Wien. Hij verdiept zich de laatste jaren in de hedendaagse muziek en vertolkt deze regelmatig met diverse ensembles. Hij kreeg in 2003 de Edison voor zijn debuut cd in de categorie “Young Masters”.
Zijn verschillende opnames voor Challenge Records en Naxos werden met lovende kritieken ontvangen. Als hoofdvakdocent is hij verbonden met het AMPA te Tilburg.
Timora Rosler
De Israëlische/Nederlandse celliste Timora Rosler won in 1996 de eerste prijs op de Stuttgart International Cello Competition. In 1997 werd haar de Vriendenkrans van het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam uitgereikt. Door de jury werd zij als volgt geprezen: “Timora Rosler bezit een innemend talent, intieme uitdrukking, virtuositeit en een natuurlijk gevoel voor de compositie… Haar interpretatie is uitzonderlijk fascinerend.”
Een jaar later won ze een speciale prijs voor haar interpretatie op de XI. International Bach Competition in Leipzig. Rosler was te horen tijdens Concerten in Europa, de Verenigde Staten, Canada, Argentinië en Israël. Als soliste trad ze op met verschillende orkesten, zoals Vlaamse Radio Orkest o.l.v. Martyn Brabbins, Philharmonia of the Nations o.l.v. Justus Frants, Janácek Philharmonic, Grazioso Chamber Orchestra of the Hungarian National Philharmonic, Slowaaks Sinfonietta, Donetsk Philharmonic, National Symphony of Ukraine, Israel Sinfonietta Beer-Sheva, Haifa Symphony Orchestra, Camerata Antonio Lucio en Eastern Connecticut Symphony Orchestra. Rosler heeft diverse cd-opnames op haar naam staan, waaronder Beethoven – alle werken voor cello & piano samen met pianiste Klára Würtz.
Ook als kamermusicus is zij bijzonder actief, zij maakt deel uit van het Serafino Strijktrio. Rosler is hoofdvakdocent aan het Conservatorium van Utrecht en bespeelt een Thomas Dodd cello uit 1800.
Heleen Hulst
Heleen Hulst studeerde bij Vera Beths aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag.
De afgelopen jaren maakte zij deel uit van onder andere het Asko|Schönberg Ensemble, Remix Porto en het Nieuw Ensemble. Recent richt zij zich hiernaast ook meer op de oude muziek en speelt bij het Combattimento Consort, Anima Aeterna en de Van Swieten Society. In 1995 en 1997 nam zij deel aan het Tanglewood Music Festival waar zij beide keren werd onderscheiden met de prijs voor ‘an outstanding violinist’.
In 2010 schreef Martijn Padding het vioolconcert ‘White Eagle’ voor haar en het Asko Ensemble, dit concert is inmiddels op CD verschenen. Haar brede belangstelling bracht haar tot samenwerkingen met o.a. het Nederlands Dans Theater, Dansgroep Krisztina de Châtel, ZT Hollandia en choreograaf Paul Selwyn Norton. Met pianist Gerard Bouwhuis vormt zij een duo dat zich vooral toelegt op het repertoire van de 20ste eeuw. Verschillende Nederlandse componisten droegen werk aan hen op waaronder Paul Termos, Cornelis de Bondt, Elmer Schönberger, Peter Adriaansz, Martijn Padding en Guus Janssen.In 2005 richtten zij samen de kamermuziekgroep Nieuw Amsterdams Peil op; een groep die zich richt op de kamermuziek van de 20ste en 21ste eeuw.
Gerard Bouwhuis
De pianist Gerard Bouwhuis is gespecialiseerd in eigentijds repertoire. Hij geeft recitals en is een veelgevraagd gast bij bijna alle gerenommeerde ensembles en orkesten in Nederland. Hij was als solist betrokken bij uitvoeringen met o.a. Schönberg Ensemble, Ebony Band, Nederlands Blazersensemble en het Radio Kamerorkest, het BBC Orchestra of Wales, met dirigenten als Reinbert de Leeuw, Oliver Knussen, Peter Eötvös en Thierry Fischer en Emilio Pomarico.
In de loop van zijn carrière heeft Gerard Bouwhuis veel componisten geïnspireerd nieuw werk voor hem te schrijven, onder wie Louis Andriessen, Cornelis de Bondt, Paul Termos, Robert Zuidam en Guus Janssen. Als solist maakte hij tournees door Noord- en Zuid-Amerika, Canada, Australië en Japan. Met de violiste Heleen Hulst vormt hij sinds 1998 een duo en samen richtten zij in 2005 Nieuw Amsterdams Peil op, een ensemble gespecialiseerd in de kamermuziek van de 20e en 21e eeuw. Hij doceert hedendaagse muziek aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Voor zijn bijzondere inzet voor de hedendaagse Nederlandse muziek ontving hij in 2003 de Theo Bruinsprijs.