De familie Ferschtman is al meerdere malen bij ons te gast geweest. In 2008 speelde Dmitry Ferschtman met zijn dochter Liza Ferschtman bij ons. Liza gaf vervolgens meerdere malen een soloconcert en nu staat Ferschtman met zijn vrouw en kleindochter Mara Mostert op het podium van de Concerten bij Kaarslicht!

Dat belooft een heel bijzondere avond te worden. Reserveer kaarten voor zaterdag 18 november!

Dmitri Ferschtman

Dmitri Ferschtman (1945) begon met zijn muzikale vorming toen hij heel jong was aan de Centrale Muziekschool in Moskou en vanaf 1964 aan het Conservatorium van Moskou bij o.a. Natalia Gutman. In zijn tweede jaar op het conservatorium richtte hij het Glinka strijkkwartet op, waarin hij speelde van 1966 tot 1978 en waarmee hij honderden concerten gaf in de Sovjet-Unie en daarbuiten. Ook trad hij als solist op.

In 1978 emigreerde Ferschtman met zijn vrouw, de pianiste Mila Baslawskaja, uit de Sovjet-Unie naar Nederland, waar een jaar later hun dochter Liza geboren werd.

In Nederland bouwde hij een nieuwe carrière op. Hij speelde niet alleen als solist met de meest vooraanstaande dirigenten, ook is hij actief in verschillende kamermuziekensembles. Zo richtte hij,  een nieuw Glinka Kwartet op. Hij vormt een vast duo met zijn vrouw Mila Baslawskaja.

Mila Baslawskaja

Mila studeerde eveneens aan de Centrale Muziekschool en het Conservatorium van Moskou. Al op jonge leeftijd gaf zij veel recitals in Rusland. Met haar man nam zij werken van Nikolaj Mjaskovski, Alfred Schnittke, Dmitri Sjostakovitsj, Claude Debussy en César Franck op.

Mara Mostert

De Nederlandse violiste Mara Mostert (2004) begon op 5-jarige leeftijd met vioolspelen. Mara studeert in de klas van Maria Milstein aan het Conservatorium van Amsterdam Sweelinck Academie Amsterdam. Ze won in 2018 de eerste prijs bij het Prinses Christina concours. Een belangrijk recital gaf ze in de Sweelinck Zaal in het Conservatorium van Amsterdam waar ze het het eerste deel van het Derde Vioolconcert van Saint-Saens ten gehore bracht. Ook volgde ze masterclasses bij Pierre Amoyal.

Nieuwsgierig naar deze musicale familie? Er is nog een beperkt aantal kaarten, reserveer!

Kees Jansen

Onderstaande tekst is geschreven door Kees Jansen.

Programma

Johannes Brahms(1833-1897)
Sonate voor piano en cello nr.1 in e Op.38

  • Allegro non troppo
  • Allegretto quasi Menuetto – Trio
  • Allegro

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)
Sonate voor cello en piano in d op. 40

  • Allegro non troppo
  • Allegro
  • Largo
  • Allegro

PAUZE

Antonín Dvořák (1841-1904)
Pianotrio nr. 4 in e op. 90 (B.166), ‘Dumky’

  • Lento maestoso — Allegro quasi doppio movimento
  • Poco adagio — Vivace non troppo — Vivace
  • Andante — Vivace non troppo — Allegretto
  • Andante moderato — Allegretto scherzando — Quasi tempo di marcia
  • Allegro
  • Lento maestoso

Johannes Brahms
Sonate voor piano en cello nr.1 in e Op.38

Wie wat bewaart, die heeft wat

Brahms was een verwoed verzamelaar van autografen van muziek. Hij was dan ook dolblij toen zijn vriend Josef Gänsbacher voor hem het origineel van Schuberts lied Der Wanderer kon bemachtigen. Als dank droeg hij zijn eerste cellosonate aan hem op. Het was zijn eerste werk voor duo in de kamermuziek. Vermoedelijk wist hij van een andere vriend, die de schetsboeken van Beethoven voor uitgave gereed maakte, dat laatstgenoemde in de tijd dat hij aan zijn zesde symfonie werkte ook plannen had voor een cellosonate in e, met een fugatisch slotdeel. Anderzijds lopen er ook lijntjes naar een cellosonate in dezelfde toonsoort (en met hetzelfde opusnummer!) van de cellist-componist Bernhard Romberg.

Deze cellosonate was bepaald geen bevlieging van Brahms. Al in 1862 was hij er aan begonnen. Aanvankelijk schreef hij de eerste twee delen, die hij wilde laten volgen door een Adagio affetuoso. Het totaal bevredigde hem echter niet, en hij legde het weer terzijde. Pas drie jaar later pakte hij het werk weer op, en schreef hij de finale.

Opvallend is dat Brahms een grote voorliefde heeft voor het middenregister, zowel op de piano als ook voor de cello. Misschien dat hij daarom niet eerst een vioolsonate schreef, waarbij je als componist er niet aan ontkomt de viool voortdurend boven de pianopartij te laten zingen. De cello, die steeds tussen de pianopartij door speelt, is dan geschikter voor Brahms’ muzikale idee. Voor cellisten is dat natuurlijk niet altijd leuk. Het verhaal gaat dat toen een bevriende cellist bezig was met het fugatische laatste deel hij zich bij Brahms beklaagde: ‘Ik kan mezelf niet eens horen!’ De wat stekelige Brahms zou geantwoord hebben: ’Dan bof je maar!’

Hoewel de sonate natuurlijk prima past in het midden van de 19de eeuw grijpt Brahms terug op de eeuw daarvoor. Dat blijkt uit de keuze voor een menuet als tweede deel – zo ongeveer het elegantste wat Brahms ooit geschreven heeft – en een fugatisch derde deel. Typisch muziek voor een eeuw daarvoor, zeker als je bedenkt dat in het slotdeel ook een thema van Bachs Kunst der Fuge verstopt zit. Hoe het ook zij, Brahms voelde aan dat drie delen voor deze sonate genoeg was. De eerste openbare uitvoering vond pas plaats in 1871. Toen hij het werk weer wat later in Wenen hoorde uitvoeren was hij er zelf zo enthousiast over dat hij aan een tweede sonate voor deze bezetting begon. Toen kwam dat terzijde gelegde Adagio affetuoso weer van pas. Wie wat bewaart, heeft wat!

Componist Brahms
Charles E. Ives

Dmitri Sjostakovitsj
Sonate voor cello en piano in d op. 40

 

Politiek en muziek is meestal geen goed combinatie

Muziek die een actueel politiek commentaar geeft is dikwijls zo tijdgebonden dat ze zelden beklijft, en als omgekeerd de politiek zich met de muziek bemoeit komen er vrijwel zeker brokken van. Sjostakovitsj kon daarvan meepraten. Zijn opera Lady Macbeth van Mtensk, naar een verhaal van Nikolai Semyonovitsj Leskov, beleefde 180 opvoeringen in twee jaar, in en buiten Rusland. Tot een ingezonden brief in de Pravda daar een einde aan maakte, een brief die wel wordt toegeschreven aan Josef Stalin himself, of ten minste uit de kring van zijn vertrouwelingen afkomstig geweest moet zijn. ‘Chaos in plaats van muziek’, zo werd Sjostakovitsj’ succesnummer neergezet. Zo ging dat toen. De muziek gaf te weinig blijk, aldus de briefschrijver, van het sociaal realisme. De arbeider zat niet te wachten op zulk soort muziek. Verdere uitvoeringen werden – dus – afgelast  en de muziek van Sjostakovitsj verdween – dus – van de concertprogramma’s. Ook in zijn persoonlijk leven zat het niet mee, maar dat was zijn eigen schuld. Hij legde het aan met een actrice en zijn vrouw Nina was daar niet van gecharmeerd. Het leidde tot een scheiding. In die turbulente periode schreef Sjostakovitsj zijn cellosonate op. 40. En je merkt niets van al de perikelen die hem bezig gehouden moeten hebben. Het is een gedegen werkstuk, dat zeker de goedkeuring van de partij zou kunnen wegdragen. Het heeft een heldere structuur, en dat er bitonale stukken in zitten – er klinken soms twee toonsoorten tegelijk – mag dan modern zijn, de partijleiding zou het niet gemerkt hebben.

Eerste deel

Het eerste deel heeft een variant op de aloude sonatevorm. Er klinken twee thema’s, die heel duidelijk te onderscheiden zijn, er komt een zogeheten doorwerking (bij de pizzicato’s in de cello), en daarna komen de thema’s in omgekeerde volgorde weer terug.

Tweede deel

Het tweede deel is uitermate levendig en heeft iets weg van een menuet met een trio. Heel overzichtelijk, maar wel met de motorische ‘Schwung’,  die zo kenmerkend is voor de muziek van Sjostakovitsj en Prokofiev uit die periode. Let ook eens op de razendsnelle flageoletten (fluittonen) in de cellopartij!

Derde deel

In het derde deel in b-klein mag de cello beginnen, maar wel con sordino, met de demper. Als die mag worden weggenomen mag hij voluit zingen. Wat een prachtige melodie! Pas verderop in deel krijgt ook de piano een melodieuze rol en wordt het echt een duet. Tegen het eind gaat de demper er weer op.

Finale

De vrij korte finale is weer een snel deel, met de eerder genoemde motoriek en een enkele keren terugkerend ogenschijnlijk wat onnozel wijsje. Maar let op: dit wordt virtuoos uitgewerkt, zowel in de cello- als in de pianopartij. Voor wie er echt alles van wil weten: in 2005 is mw. Miranda Clare Wilson bij de universiteit van Texas op deze sonate afgestudeerd.

Antonín Dvořák
Pianotrio nr. 4 in e op. 90 (B.166), ‘Dumky’

Uitermate origineel stuk

Heet Dumky-trio is van de kamermuziekwerken van Dvořák wellicht het bekendste, op zijn Sonatine voor viool en piano op. 110 na. Het is uitermate origineel van vorm karakter. ‘Dumky’ is hete meervoud van ‘dumka’, een vermoedelijk uit Oekraïne afkomstige soort ballade waarin klacht en uitbundige hartstocht elkaar afwisselen. Het is in zoverre enigszins vormloos, dat er geen regelmatige melodieën van vier of acht maten in voorkomen, maar wel stukken muziek waarvan het ritme aan een tekst ontleend lijkt. In dit trio is dat ook het geval. Let maar op het begin van nr. 2.
De toonsoort waarmee het stuk wordt aangeduid is misleidend, want hoewel het stuk in e-klein begint moduleert het al vrij snel naar E-groot, vandaar naar de verwante toonsoort cis-klein en daarvandaan weer naar de ernaast liggende toonsoort A-groot. Sommige musicologen beschouwen dan ook de eerste drie delen als één groot eerste deel. Daarmee zou het aantal delen gereduceerd worden tot vier en zou het trio weer wat ‘normaler’ zijn, met een langzaam deel in nr. 4 (in D-groot), een scherzo in nr. 5 (in es-klein) en een finale in de vorm van een rondo in nr. 6 (in C-groot).

Veertig afscheidsconcerten

Hoe dat ook zij, het stuk is zijn successtory begonnen in Praag, op de avond waarop Dvořák  een eredoctoraat van de Karelsuniversiteit ontving. Het werd ten doop gehouden door Dvořák zelf achter de piano, met de violist Ferdinand Lachner en de cellist Hanuš Wihan, aan wie de componist later zijn celloconcert opdroeg. Het werd een groot succes en Dvořák besloot op alle veertig (!) concerten van zijn afscheidstournee door Tsjechië – hij zou naar Amerika vertrekken – dit stuk overal te spelen.

dvořák

Blijf op de hoogte

Ontvang onze nieuwsbrief! 

Je ontvangt een mail om de inschrijving te bevestigen.